INDONESIE, 2 maart 2007 (IPS) - Na een verbod van bijna dertig jaar mogen etnische Chinezen weer openlijk het Chinese Nieuwjaar vieren in Indonesie. Het land erkent sinds kort het Chinese Nieuwjaar ook als nationaal festival.
Deze week woonde de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono in Jakarta de viering van het Chinese Nieuwjaar bij. Het evenement werd rechtstreeks uitgezonden op de nationale televisie.
Het feest kreeg extra kleur doordat veel Chinezen dit jaar voor het eerst het Nieuwjaar meemaakten als Indonesisch staatsburger. Een nieuwe wet, die vorige zomer werd aangenomen, bepaalt dat iedereen die in het land geboren is, Indonesiër is.
De nieuwe wet zorgde ervoor dat veel Chinezen die behoorden tot families die al generatieslang in het land waren, hun 'statenloze' status konden inruilen voor het Chinese staatsburgerschap. Indonesië telt ongeveer tien miljoen etnische Chinezen op een totale bevolking van 210 miljoen mensen.
Tijdens het regime van president Soeharto werden openlijk Chinese culturele uitingen verboden. Chinezen die Indonesisch staatsburger wilden worden, kregen vaak te horen dat ze daarvoor hun namen moesten veranderen in een Indonesische naam.
"De regering Soeharto zag Chinese uitingen als politieke. We mochten zelfs geen kaarsen maken", zegt Yu Le, lid van de plaatselijke boeddhistische tempel Dhamma Bakthi Petak Sembilan. Hij wilde liever zijn Chinese naam gebruiken dan zijn Indonesische: Suherman. "Er waren altijd politiemannen of militairen in de buurt van de tempel aanwezig. We konden het Nieuwjaar niet vieren. Mensen durfden niet te komen. Dus vierden we het thuis, in besloten kring", zegt hij.
Het Chinese Nieuwjaar kon in Indonesië, het grootste moslimland ter wereld, vrij gevierd worden tot in 1965 een mislukte coup werd gepleegd tegen Soeharto. Die poging Soeharto van de troon te stoten, zou aangemoedigd zijn door de Chinese communistische regering. Na 1965 werd alles wat rood was (de kleur van de welvaart voor Chinezen) gezien als staatsgevaarlijk.
Het Chinese Nieuwjaar werd in Jakarta verboden in 1967, toen Indonesië en China hun diplomatieke banden verbroken. Aan het gebruik van Chinees in het openbaar en aan culturele uitingen werden restricties verbonden.
De diplomatieke betrekkingen met Peking werden in 1990 hersteld, maar de beperkingen bleven bestaan. In 2001, tijdens het regime van Abdurrahman Wahid, werden de verboden opgeheven. Zijn opvolgster Megawati Soekarnoputri ging nog een stap verder door het Chinese Nieuwjaar als nationale feestdag te bestempelen.
0 reacties:
Een reactie posten