Terreurpolitie doodt 11 moslims

Van onze correspondent Michel Maas

JAKARTA - Bij een aanval van een Indonesische antiterreureenheid op een bolwerk van radicale moslims in het stadje Poso (centraal Sulawesi) zijn maandag zeker elf mannen doodgeschoten. Aan de kant van de politie viel één dode.

President Susilo Bambang Yudhoyono betreurt het grote aantal slachtoffers. Vice-president Jusuf Kalla heeft echter verklaard dat dit de nieuwe aanpak van de politie in Poso zal zijn, om eindelijk een einde te maken aan het conflict dat daar al jaren woedt.

De politie hield een razzia in een buurt waar zich enkele radicale moslimstrijders zouden bevinden. De mannen stonden op een lijst van verdachten die werden gezocht wegens een reeks bomaanslagen en de onthoofding van drie christelijke schoolmeisjes. Volgens de politie openden de verdachten het vuur.

De politie toonde na de razzia vuurwapens, bommen en grote hoeveelheden munitie die in het bezit van de mannen waren gevonden. Achttien verdachten werden opgepakt, en zes anderen meldden zich later bij de politie.

Bij een eerdere razzia, op 11 januari, waren al twee moslims gedood. Bij de begrafenis van een van hen werd een passerende politieman van zijn bromfiets getrokken en doodgeslagen. Veel moslims vinden dat de politie op de hand van de christenen is.

De politie is echter ook al door christenen aangevallen. Dat gebeurde na de executie van drie christenen die ter dood waren veroordeeld voor het uitmoorden van een islamitische kostschool, in mei 2000.

Deze moordpartij was een gruwelijk dieptepunt in een godsdienstoorlog die ruim een jaar eerder was begonnen met een dronkemansruzie in Poso. Die ontaardde in een gevecht tussen twee buurten, dat uitgroeide tot een oorlog waarin christenen en moslims elkaar afslachtten. Zeker duizend mensen vonden de dood voordat in 2002 een vredesakkoord werd getekend.

De bevolking was toen al volledig langs geloofslijnen gescheiden. De christenen uit Poso hebben zich teruggetrokken in het overwegend christelijke Tentena. De moslims uit dit christelijke gebied zijn naar Poso verhuisd.

De strijd ging op een laag pitje door, zonder dat de politie of het leger daar een einde aan maakten. De aanstichters van het geweld zijn nooit gearresteerd. Ook de moslimstrijders uit Java die op het hoogtepunt van de strijd naar Poso waren gekomen, bleven vrijwel ongemoeid en zijn nog altijd nadrukkelijk aanwezig. In politiekringen in Jakarta wordt het optreden tegen de moslimradicalen daarom van harte toegejuicht.

bron: volkskrant.nl