JAKARTA - Bang voor religieuze onrust, stelt Jakarta de executie van drie moslims en drie christenen steeds uit. Welke groep moet het eerst worden terechtgesteld? Zelfs de paus is verontrust.
Indonesië zit in zijn maag met twee uiterst gevoelige executies. In Midden-Sulawesi wachten drie christenen, die zijn veroordeeld voor de moord op moslims, op de dood door het vuurpeloton. En op een gevangeniseiland voor de kust van Midden-Java wachten tegelijkertijd drie moslims, veroordeeld voor hun aandeel in de grote bomaanslag op Bali op hun executie.
Uit vrees voor religieuze onrust heeft Indonesië de executies telkens weer uitgesteld. Alleen gelijktijdige executie van zowel moslims als christenen lijkt een uitweg waarmee zowel christenen als moslims vrede kunnen hebben.
Met elk nieuw uitstel neemt de gevoeligheid bij beide geloofsgroepen echter verder toe. Onder christenen in Indonesië circuleert de laatste dagen een sms. Hij roept op tot gebed voor de drie ter dood veroordeelde christenen: Fabianus Tibo, Dominggus Da Silva en Marianus Riwu. De boodschap kondigt aan dat de drie vandaag ‘om middernacht’ worden geëxecuteerd.
Dat is niet waar, maar gevreesd wordt dat het rondsturen van dit soort boodschappen onrust en chaos zullen veroorzaken. In Poso in Midden-Sulawesi zijn de afgelopen week al twee bommen ontploft die met de zaak in verband worden gebracht.
Tibo, Da Silva en Riwu zijn ter dood veroordeeld voor hun aandeel in het sektarisch geweld in Midden-Sulawesi. Op 23 mei 2000 werden 191 bewoners, voornamelijk moslims, gedood bij een actie waaraan ook het drietal deelnam. Die actie was de definitieve aanzet tot een openlijke oorlog tussen christenen en moslims.
Hun veroordeling was vanaf het begin zeer omstreden. Christenen zijn boos omdat niet één moslim is veroordeeld voor het geweld op Sulawesi, dat ook aan honderden christenen het leven kostte.
In brede kring leeft bovendien de vraag waarom deze drie simpele boeren de doodstraf kregen, terwijl de echte verantwoordelijken buiten schot bleven. Tibo heeft zestien namen genoemd van personen die verantwoordelijk zouden zijn voor het geweld, onder wie ex-militairen en politici. Zij zijn nooit ter verantwoording geroepen. Met de executie van de drie zouden in een klap drie mogelijke kroongetuigen in een onderzoek verdwijnen.
Indonesië houdt sindsdien, naar buiten toe, nadrukkelijk vast aan de executie. Al wordt die steeds steeds uitgesteld. Een recent uitstel volgde op nationale en internationale protesten, waaronder een telegram waarin paus Benedictus XVI president Susilo Bambang Yudhoyono om gratie vraagt.
Ook de drie veroordeelden hebben een nieuw gratieverzoek ingediend. Het geeft de regering een nieuwe gelegenheid om de executie weer even uit te stellen, tot de tijd wél rijp wordt geacht.
Wanneer dat zal zijn hangt volgens waarnemers voor een belangrijk deel af van de executie van drie moslims: Amrozi, Mukhlas en Imam Samudra. Zij zijn de hoofddaders van de aanslag op Bali, die op 12 oktober 2002 aan ruim tweehonderd mensen het leven kostte.
Ook de laatste deadline voor hun executie is geruisloos verstreken. Een nieuwe is niet genoemd. De advocaten hebben op het laatste moment een herziening van het proces aangevraagd. Zolang er geen besluit is genomen over dit verzoek, is de executie opgeschort.
Beide executies zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt. Als de drie moslimterroristen niet worden geëxecuteerd en de christenen wel, zal dat ongetwijfeld leiden tot een woedende reactie van de christelijke minderheid. En mogelijk zelfs tot het opnieuw oplaaien van geweld tussen christenen en moslims. Als de drie moslims als eersten worden geëxecuteerd, zullen de moslims protesteren. Een simultane executie van alle zes lijkt de enige uitweg.
Maar ook deze optie zal ongetwijfeld door beide groepen als een onrecht zal worden ervaren. Indonesië lijkt daarom vooralsnog blij met elke gelegenheid om de executies opnieuw te kunnen uitstellen.
De discussies over de executies hebben niet alleen in Indonesië, maar ook in het buitenland vragen opgeroepen over de rechtvaardigheid van het Indonesische doodstrafbeleid en, breder, de rechtspraak in het land. Na de aanslag op Bali zijn meer dan dertig medeplichtigen van Amrozi en de zijnen gearresteerd. De meesten van hen zijn veroordeeld tot langdurige gevangenisstraffen. Een aantal van deze veroordeelden heeft op 17 augustus, de nationale feestdag, strafvermindering gekregen. Dat heeft geleid tot grote ontsteltenis in met name Australië, waar 88 slachtoffers vandaan kwamen.
Veel Australiërs waren woedend omdat wél de straffen van veroordeelde terroristen werden verlaagd, terwijl er voor Australiërs in Indonesische gevangenschap geen strafvermindering in zat. Hun woede zou snel groter worden.
Vier jonge Australische drugskoeriers die tot lange gevangenisstraffen waren veroordeeld, hebben afgelopen week in hoger beroep tot hun ontzetting alsnog de doodstraf kregen.
Zij hadden strafvermindering gevraagd. Zelfs de officier van justitie had levenslang geëist. Maar het Indonesische hooggerechtshof deed er in plaats daarvan een schepje bovenop en veroordeelde ze alsnog ter dood.
bron:volkskrant.nl